Smaakconsistentie groentengewassen
De specifieke smaak of geur van verse groenten heeft in de laatste tientallen jaren ten opzichte van andere kenmerken minder aandacht gekregen in de teelt en de keten. Geur en smaak worden tot nu toe niet of onvoldoende betaald, wel lijkt een kentering zoals bij tomaat in de laatste tien jaar heeft plaatsgevonden, nabij.
Binnen dit project is door middel van een inventariserende studie inzicht verkregen in de belangrijkste smaak- en geurbepalende componenten van de gewassen aardbei, witlof, spruitkool en peen. De smaakvariatie binnen partijen en tussen partijen is onderwerp van deze studie en tevens de sturende factoren die een rol spelen bij het smaakbehoud in de primaire productie in de keten.
Uit de uitgevoerde bureaustudie en de gevoerde gesprekken met retailers en zaadfirma’s kwam naar voren dat er meer aandacht aan de gezondheid van het product besteed moet worden. Smaak en productie gaan vaak niet samen. Beter smakende cultivars hebben vaak een lagere productie. In jaren met lage prijzen is de opbrengst (kostprijs) nog steeds het belangrijkste item. Er zal steeds meer verpakt gaan worden in verband met hygiëne en voedselveiligheid (traceerbaarheid).
Het is dan wel mogelijk om bijvoorbeeld een boodschap over smaak of gezondheid op het product te zetten. Sommige producten (witlof en spruiten) mogen niet te veel ruimte in het winkelschap innemen, omdat deze producten slechts 1% van de groente omzet betreffen. Ook kwam naar voren dat het zinvol is een instrumentarium te ontwikkelen waarmee snel de smaak bepaald kan worden. Negatieve smaakafwijkingen hebben vaak grote impact op het aankoopgedrag. Ook blijft het belangrijk dat telers steeds meer gaan beseffen voor welke afzetmarkt geteeld wordt en wat de specifieke eisen van de afnemer/consument zijn.