Etheen in aardbei
Vaststellen of etheen leidt tot verminderde vruchtzetting en ‘kromme vruchten’ en zo ja bij welk concentratieniveau.
Van veel andere planten¬soorten is juist bekend dat etheen al bij lage concentraties leidt tot bloem- en/of vruchtabortie. Het aantal afwijkende vruchten, de zogenoemde ‘kromme vruchten’, leek toe te nemen bij de hogere etheenconcentraties.
Het omslagpunt naar meer afwijkende vruchten lag voor Sonata rond 50 ppb en voor Elsanta rond 70 ppb, maar het effect was niet significant. Meer ‘kromme vruchten’ zou een gevolg kunnen zijn van de reductie in troslengte bij hogere etheenconcentraties. De trossen zaten meer tussen het blad, mogelijk komt door een vochtiger microklimaat het stuifmeel minder goed los met een minder goede bestuiving en zetting als gevolg.
Nieuw gevormde vegetatiepunten (‘neuzen’) leveren de trossen voor een volgende oogstperiode. Beoordeling van de ‘neuzen’ na afloop van het experiment toonde aan dat etheen geen effect heeft op het aantal en de ontwikkeling van de neuzen, en dus ook niet op de trosontwikkeling in de volgende zettingsfase.